dinsdag 20 maart 2012

“Als het regent in Brussel, dan druppelt het in de Rand.”

Terugblik studiedag ACV “2 regios, 1 gemeenschappelijke uitdaging”

>> Pour la version française de cet article, cliquez ici. <<


“Welke dialoog en samenwerking tussen Brussel en de Rand?”, was de centrale vraag op de studiedag “2 regios, een gezamelijke uitdaging” die het ACV organiseerde op 11 februari. Enkele experten en vertegenwoordigers uit het middenveld bogen zich samen met 70 aanwezigen over deze vraag. Want een gecoördineerde aanpak voor de grote uitdagingen in de ruime Brusselse regio is meer dan ooit nodig.

“Als het regent in Brussel, dan druppelt het in de Rand.” Zo begon Marc Berghman van het ACW Brussel- Halle- Vilvoorde zijn inleiding op deze studiedag van het ACV Brussel- Halle- Vilvoorde. Steden zijn altijd trendsettend geweest. Dat is niet anders met Brussel.
Fenomenen die tien of vijftien jaar geleden in Brussel op gang kwamen, zetten zich nu goed en wel door in de Rand: internationalisering van de bevolking, toegenomen mobiliteit, overbevolkte schoolklassen,… om er maar een paar te noemen.
Uitdaging hors catégorie is de bevolkingsaanwas: maar liefst 200.000 extra zieltjes tegen 2020 in Brussel. Deze steile bevolkingsgroei zal onvermijdelijk overlopen in de Rand .We kunnen ons maar beter de vraag stellen hoe we dit op een ordentelijke manier kunnen organiseren. We hebben het dan over scholen, crèches, woningen, tramlijnen,... Maar daarvoor is overleg en samenwerking nodig. En daar knelt het schoentje.

Vertrouwen

Volgens Tim Cassiers, sociaal geograaf aan de KUL, zijn de obstakels van velerlei aard. “Vooreerst is er het wantrouwen dat regeert in de twee richtingen. In de Vlaamse Rand wil men een dam opwerpen tegen de verstedelijking. Anderzijds willen Brusselaars niet dat buitenstaanders zich bemoeien bij hun interne keuken.” Daarnaast is er volgens Cassiers de internationale concurrentiële context. “Brussel en de Vlaamse Rand zijn in een concurrentiestrijd verwikkeld in het aantrekken van investeerders, ondernemingen en middenklassegezinnen. Welnu: samenwerking en dialoog moet gebaseerd zijn op complementariteit en vertrouwen.”

Pleidooi voor meertaligheid

Philipe Van Parijs, filosoof aan de UCL pleit voor schaalvergroting.“Brussel is slechts een kosmopolitische wijk in een grootstedelijke ruimte die zich uitstrekt tot Leuven in het oosten, Mechelen in het noorden, Aalst in het westen en Ottignies en Louvain la Neuve in het Zuiden”. Vlaams en Waals Brabant hebben niet toevallig de rijkste gemeenten van Belgie op hun grondgebied. Ze profiteren mee van de aantrekkingskracht van het internationaal gerenommeerd merk “Brussel”. Tegelijkertijd pleit Van Parijs voor een doorgedreven drietaligheid. “Dat is niet enkel een troef voor het vinden van een goede job maar bevordert ook het samenleven. Elkaars taal verstaan en spreken is een teken van respect.”

« Si on veut, on peut »

Stefan Van de Meulebroeucke is directeur van de Eurometropool. Het samenwerkingsverband tussen Kortrijk, Lille en Tournai. Samen goed voor 147 gemeenten , 1,8 miljoen inwoners en 2 grote taalgroepen. Heel wat gelijkenissen dus met Brussel en de Rand. Ondertussen houdt dit samenwerkingsverband al meer dan 10 jaar stand. Hoe doen ze dat? Van de Meulebroeucke: “We vertrekken van concrete noden die op het terrein worden aangevoeld. In Picardië heb je een hoge werkloosheid, terwijl in Zuid- West-Vlaanderen men de vacatures nauwelijks ingevuld krijgt. Lille is met 120.000 studenten een echte universiteitsstad terwijl Kortrijk slechts tientallen kilometers ver ligt. Daarnaast is draagvlak heel belangrijk. Iedereen is betrokken: gemeenten , intercommunales, gewesten en middenveld. Iedereen in het bad. We streven naar consensus. Dit betekent een erg trage besluitvorming maar wel besluiten die door iedereen gedragen wordt wat de uitvoering vergemakkelijkt. “Si on veut, on peut!”

Eén belangengemeenschap

Benoit Cerexhe ( Brussels minister van Werk en Economie) onderschrijft het pleidooi van de spreker van de Eurometropool. “Brussel en de Rand vormen één belangengemeenschap. Ik pleit voor soepele structuren met respect voor elkaars eigenheid rond concrete zaken waar dat iedereen voordeel uithaalt.” De ministers wijst er op dat hij met het akkoord tussen de VDAB en ACTIRIS reeds vooroploopt. Hij werkt uitstekend samen met zijn Vlaamse evenknie Philippe Muyters. En dit werpt vruchten af. Ieder jaar vinden meer en meer Brusselse werkzoekenden hun weg naar de hoogdynamische arbeidsmarkt in de luchthavenregio. Daarnaast laakt hij de concurrentiële logica zoals we dat nu zien in de race om de shoppingcentra: “Zulke logica is contraproductief en leidt tot sociale dumping”.

Panelgesprek

In het afsluitend panelgesprek kijkt Tom Dehaene, schepen in Zemst, in eigen boezem “Te lang zijn we in de Rand er blijven van uitgaan dat we de grootstad ver weg van onze Vlaamse randgemeenten kunnen houden. Niets is minder waar. We kunnen ons maar beter afvragen hoe we in overleg met Brussel de demografische veranderingen kunnen opvangen.”

Alain Deneef, bestuurder bij de Brusselse burgerbeweging Aula Magna, treedt hem hierin bij: “Als we blijven verder op werken op deze manier mondt de bevolkingsexplosie uit in chaos. Het concept van de hoofdstedelijke gemeenschap moet ons toelaten om op een gestructureerde manier de grote uitdagingen in Brussel en de Rand aan te pakken.”

Volgens Jacques Debatty, voorzitter van de Mouvement Ouvriers Chrétiens Bruxelles, moet de ecologische toekomst van Brussel samen voorbereid worden met de Rand. ”De gevolgen van de stijgende brandstofprijzen (peakoil) en de luchtvervuiling door de structurele congestie kan Brussel niet alleen oplossen door haar verwevenheid met de Rand”.

Daarom moet volgens Joost Vandenbroele van de Brusselse Raad voor het Leefmilieu( BRAL) naar analogie van de VDAB en Actiris: “de Brusselse MIVB en de Vlaamse De Lijn een samenwerkingsovereenkomst sluiten om bestaande en toekomstige tramlijnen met elkaar te verbinden.” Hij stelt vast dat er in de praktijk nog heel wat koudwatervrees dient overwonnen te worden

Voor Nancy Van Espen, regiodirecteur UNIZO Vlaams Brabant en Brussel, moet een samenwerkingsverband tussen Brussel en de Rand zich vooral buigen over het beter toegankelijk maken van elkaars arbeidsmarkten voor kortgeschoolden. “We moeten gemeenschappelijke instrumenten ontwikkelen voor taalondersteuning maar ook competentieontwikkeling. Het is niet omdat men geen diploma heeft dat men daarom geen talenten heeft”.

Frans De Keyser, adviseur generaal bij BECI, pleit voor pragmatiek: “Een samenwerking tussen Brussel en haar hinterland mag geen extra bestuurslaag met zich meebrengen. Concrete projecten en goede wil moeten vooropstaan.”

Het laatste woord is aan Myriam Gérard en Ben Debognies, gewestsecretarissen voor ACV – Brussel- Halle- Vilvoorde . In Brussel en de Rand vind je meer immigranten en jongeren dan elders in het land. Hier schuilt een grote uitdaging. Nog te veel komen zij niet aan de bak. Nochtans zijn zij een bron van vitaliteit en creativiteit voor de twee regio’s. Het zou jammer zijn om zo veel menselijk kapitaal te verspillen.

Ben Bellekens
ACV Brussel- Halle- Vilvoorde
 
De presentaties van Tim Cassiers en Stefan Van de Meulebroeucke zijn verkrijgbaar op eenvoudig verzoek bij Ben Bellekens

1 opmerking:

  1. En de boet hij ploegde voort.... Niets nieuws onder de zon, zowat al wat hier gezegd werd stond in de Brusselnota van Johan Vandelanotte... Zolang we niet overstappen naar een samenwerkingsfederalisme met 4 gewesten en Brussel niet versmolten wordt tot een stadsregip zonder de 19 baronieen, blijft alles bij het oude. In 2014 zien we wel of er nog iets van te bakken valt. Van Parijs heeft natuurlijk gelijk wanneer hij meent te moeten inaetten op drietaligheid!

    BeantwoordenVerwijderen